Het op 9 december 2014 door de raad vastgestelde Financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. Treasury zorgt voor de beschikbaarheid van geldmiddelen; de controlfunctie is belast met het toezicht en de bewaking van de aanwending ervan. Vanuit deze rollen is de focus bij treasury gericht op feitelijke in- en uitgaande kasstromen, terwijl de controlfunctie veelal redeneert in termen van baten en lasten. In deze paragraaf staan voornamelijk de kas- en financieringsstromen, de risico's en (compact) interne rente centraal. Voor dit laatste is er inmiddels zoveel gereguleerd via het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), dat is afgezien van een nieuwe rentebeleidsnota.
Voor leningen en garanties geldt de op 12 april 2016 door de raad vastgestelde beleidsnota .